We zien ze nog in onze omgeving. Voor veel mensen is dat telkens weer een mooie natuurbeleving. Scholekster![]()
![]()
Bonte Piet wordt deze vogel ook wel genoemd. Bonte natuurlijk vanwege hun verenkleed en Piet omdat hun luide roep: “tepiet tepiet” veelvuldig te horen is. Het zijn bijzondere vogels die voorbeeldig voor hun 3 of 4 jongen zorgen tot deze volwassen zijn. Het ouderpaar blijft hun leven lang bij elkaar. Ze kunnen 30 jaar oud worden. Maar… Het gaat niet goed met onze scholeksters. Verschillende natuurorganisaties luiden de alarmbel voor hen. Waarom? De aantallen nemen schrikbarend snel af. In 15 jaar is de Nederlandse scholeksterpopulatie meer dan gehalveerd. Wat is daarvan de oorzaak? Hebben de scholeksters onze hulp nodig? Vogelvrienden willen een antwoord vinden op deze vragen. Daarom organiseerden SOVON Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland: 2008 het Jaar van de Scholeksters. Samen met veel vrijwilligers hopen zij het nodige te ontdekken om onze bonte pieten nog tijdig te hulp te kunnen schieten.
Duiven
Duiven zijn het symbool van de vrede. Toch vraag ik me hier af: wordt het oorlog of blijft het vrede? De staarten van de duiven zijn opgericht om de meeuwen te imponeren. Op een geweldloze manier willen zij de vrede bewaren. Turkse tortelduif
Als een mannetje een vrouwtje wil veroveren buigt hij z’n kopje, steekt zijn staart schuin omhoog en spreidt die zodat die op een waaier lijkt. Zo nu en dan springt hij wel een meter omhoog, wapperend met zijn vleugels, terwijl hij naar haar roept. Zo’n leuke vertoning maakt indruk op het vrouwtje en dan wil ze wel de zijne zijn. Dan spelen zij hun liefdesspel. Ze geven elkaar kusjes in hun nek en op hun kopje. Hun nestje is zo klaar. Het mannetje verzamelt wat takjes en het vrouwtje steekt die bij elkaar op een boomtak. In dat niet zo solide nest worden twee eieren gelegd. Turkse tortelduiven hoeven geen insecten te zoeken voor hun kindjes. De eerste 5 dagen krijgen ze duivenmelk. Deze gezonde voeding zit bij de oudervogels in de krop. Daarna krijgen ze zaden die in de krop van de vader en moeder al voorgeweekt zijn. Na ruim twee weken kunnen de jonge vogels het nest al verlaten. Holenduif![]()
![]()
Deze duiven worden zo genoemd omdat ze holenbroeders zijn. Oude spechtennesten, holle bomen, geschikte nestkasten en zelfs konijnenholen worden er voor gebruikt. Geen enkele andere duivensoort gebruikt holen voor de nestbouw. Holenduiven geven hun kinderen duivenmelk en voorgeweekte zaden uit de krop te eten. De jongen komen na het uitvliegen nog wel eens terug naar hun geboortenest om er de nacht door te brengen. Houtduif
Van de in Nederland levende duivensoorten is de houtduif de grootste.Ondanks zijn nogal grote gewicht is deze prachtige dikkerd toch een goede vliegenier. Hij kan snel en zeer behendig vliegen. In lente, zomer en herfst zingt het mannetje zijn mooie liefdesliedje. Als je goed luistert kun je er het volgende tekstje uithalen: “Ik groet u…zoet liefke.” Deze liefdesverklaring herhaalt hij enkele keren achter elkaar en eindigt dan met: ”hoeh.” De broedtijd van houtduiven is heel lang. Dat is begrijpelijk, want op het eind van de zomer en in de herfst zijn er voor hen de meeste zaden in de natuur. Net als bij andere duiven worden hun jongen de eerste dagen gevoerd met duivenmelk. Die ontwikkelen de oudervogels in hun krop. De duivenmelk wordt uitgebraakt in de snavels van de jonge vogels. In Nederland gaat het aantal broedparen per jaar achteruit. De oorzaak daarvan is het feit dat er nog maar weinig graanakkers zijn. Er wordt ook te veel op gejaagd. Laat in de herfst en in de winter zie je wel grote groepen houtduiven. Daar zijn veel wintergasten bij die uit Noord- en Oosteuropa naar Nederland zijn gekomen om hier de winter door te brengen. Kievit
![]()
![]()
Een kievit is een vrolijke buitelaar. In de broedtijd kun je hun wervelende vliegshows bewonderen. Dan zijn het ware stuntpilootjes. Met het grootste gemak maken ze dan allerlei buitelingen in de lucht en gaan daarbij zelfs over de kop. Vooral hun steile duikvluchten maken veel indruk. Willen zij zo hun levensvreugde uiten? Misschien ook wel, maar het is toch vooral hun bedoeling om indruk te maken op de kievitvrouwtjes, want die vinden de meest acrobatische mannetjes het aantrekkelijkst. Het komt voor dat de beste stuntpiloten twee en soms zelfs drie vrouwtjes hebben. Al buitelend maken ze ook aan andere vogels duidelijk dat het daar hun broedgebied is. Dan maakt het mannetje enkele nestjes: met zijn borst en poten draait hij kuiltjes in de grond, die enigszins bekleed worden met droge grassprietjes of iets dergelijks. Het vrouwtje kiest daarna het leukste nestje uit. Ze legt vier eieren. Het ouderpaar zorgt samen voor het uitbroeden van de eieren en het verzorgen en beschermen van de jongen. Ze leven van bodemdiertjes. Ze nestelen in weilanden, akkers en tegenwoordig ook op andere open terreinen. In het verleden gebeurde iets wat ik nooit goed begrepen heb. Elk jaar werd het eerst gevonden kievitsei aan de koningin aangeboden. Veel kieviten zullen daar wel helemaal van overstuur zijn geraakt. Hun boze: “Kieowiet, kieowiet!” zal toen veel te horen zijn geweest. Tegenwoordig wil de koningin dat kievitsei gelukkig niet meer. Wat moet die ook met zo’n ei, dat toch een kievitje in wording is? In Groningen en Friesland geven ze het eerst gevonden kievitsei dan maar aan de commissaris van de koningin. Om voor mij onduidelijke redenen wil die dat ei wel hebben. Sorry beste Groningers en Friezen: ik begrijp daar niets van, want daarna gaan jullie de kievitseieren beschermen tegen rovers. Ra ra ??? Als we allemaal onze kwetsbare weidevogels ten alle tijden beschermen is dat toe te juichen. “Kieowiet, kieowiet.” krijgt dan een blijde klank. Ekster![]()
![]()
Deze mooie vogel wordt door velen gezien als een rasechte schavuit. Waaraan hebben ze die negatieve benaming verdiend? Wat doen ze dan toch allemaal? Zoals alle vogels in de natuur moeten ze elke dag hun kostje bij elkaar scharrelen. Dat bestaat bij hen uit: wormen, insecten, muizen, kikkers, slakken, eetbaar afval dat door mensen wordt achtergelaten, gedode dieren langs autowegen, slachtoffertjes van het verkeer dus, gewonde dieren en diertjes, eieren, jonge vogeltjes, zaden en vruchten. Zoals alle vogels in de natuur zorgen zij in de lente voor nageslacht. Hoog in een boom bouwen zij een op het eerste gezicht nogal slordig takkennest. Maar schijn bedriegt, het is een degelijk nest dat vanbinnen gevoerd wordt met modder en andere natuurlijke materialen. Een heel slimme zet van hen is om het nest te overdekken, zodat hun 5 tot 7 eieren en later hun jongen niet zichtbaar zijn voor rovers. Het beschermt de kleintjes natuurlijk ook tegen de kou en tegen plensbuien. Een zij-ingang biedt toegang tot het nest. Het is zo solide gebouwd dat het jaren daarna nog gebruikt wordt door andere vogels, zoals kraaien, duiven, uilen en valken b.v. Eksters vinden dat prima hoor, want zij maken liever zelf weer een kunstig nieuw nest. Het vrouwtje broedt de eieren uit en het ouderpaar zorgt samen voor de verzorging van hun kinderen. Vader en moeder blijven elkaar hun leven lang trouw. Ze broeden zowel in de stad als op het platteland. Heb ik nu al over hun schavuitenstreken verteld? Ze kregen die oneervolle titel toebedeeld omdat ze eieren en jonge vogels opeten. Het zijn nestrovers. Ik ken toch ook mensen die elke dag eieren uit het kippenhok halen. Ik wed dat dat niet de bedoeling is van de kippen. Heel veel mensen gaan wel eens naar de poelier om een eend, een patrijs, een kalkoen, een fazant, een kip, een haas, een konijn of ander wild te kopen. Die dieren eten ze thuis op. Dat mag natuurlijk, want alle levende wezens hebben voeding nodig. Maar eksters hebben het niet zo gemakkelijk. Zij kunnen niet naar een winkel gaan waar de eieren en vogeltjes als hapklare brokken voor hen klaar liggen. Dan wil ik het hier nog niet hebben over de vaak dieronvriendelijke manier waarop door mensen de dieren vetgemest worden voor de consumptie. Schavuiten? Die moet je niet bij de dieren zoeken! Kauw![]()
![]()
Kauwen hebben warme geveerde kniebroekjes aan. Het zijn sociale dieren die veel in groepsverband leven zonder al te veel ruzie te maken. Ze houden van gezellig samenzijn. Ze hebben een gezamenlijke slaapplaats. Eten zoeken gebeurt vaak in groepsverband. Het zijn alleseters. De zijkanten van hun snavels zijn heel scherp en ze kunnen die als schaar gebruiken. Ze slaan soms ook voedsel op onder takken of bladeren. Echtgenotes blijven levenslang bij elkaar en zijn ook buiten de broedtijd onafscheidelijk. Ze poetsen soms elkaars grijze kapje van veren dat ze achter op de kop hebben. Dat is trouwens een typisch uiterlijk kenmerk van hen en ze zijn er dus blijkbaar trots op. Zoals alle vogels in onze natuur zorgen kauwen in de lente voor nageslacht. Het zijn holenbroeders. Bij ons hebben ze enkele keren in de schoorsteen genesteld. Die staat in verbinding met de open haard en was een trekgat waar veel kou door kwam. Nu is dat niet meer zo. De kauwen hebben dat prima geïsoleerd, want ze zijn niet zuinig met nestmateriaal. Nu kan onze open haard niet meer aan, maar met de kou is het toch gedaan. Mensen die zoiets niet willen, kunnen een vogelkap op het rookgat zetten zodat er geen kauw meer in kan. Kauwmannetjes zijn charmante minnaars. Als hij tot paring wil komen verleidt hij zijn vrouwtje door met gespreide vleugels en staart diep voor haar te buigen zodat ze de grijze achterkant van zijn kop goed kan zien. Succes verzekerd! Soms zie je in de lente wel eens een kauw op de rug van een schaap zitten. Die is dan wol aan het plukken waar zij de binnenkant van hun nest mee stofferen. De jonge kauwtjes zitten er dus warmpjes bij. De schapen vinden dat niet erg, die zijn er aan gewend dat zelfs hun hele warme pak soms wordt afgeschoren. Het kauwvrouwtje bebroedt de 4 of 5 eieren. Het ouderpaar zorgt samen voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Van hen leren ze ook de typische kauwenzang: “Kjaw.”![]()
Grote bonte specht![]()
Grote bonte spechten zijn verknocht aan grote bomen. Zij geven hen voedsel, nestelgelegenheid en een werkplaats, een z.g. spechtensmidse. Dat laatste is een spleet of andere opening in de stam waarin de specht o.a. dennenappels vastklemt om de zaden er gemakkelijk uit te kunnen peuteren. De boom biedt hem ook nog een voor hem onmisbaar plekje voor zijn ‘roffelzang’. Een knap kunstwerkje is dat laatste: Om zijn broedgebied aan te geven en om een vrouwtje te lokken klopt hij in een seconde tijd wel 20 keer achter elkaar op de boomstam of op een geschikte tak. Dat geroffel is tot ver in de omtrek te horen. Als hij op die manier een vrouwtje heeft veroverd, zijn ze blij, en dan roffelen ze allebei. Ze krijgen er geen koppijn van, want hun hersens worden beschermd door ingebouwde schokdempertjes. Bomen houden van spechten, want zij bevrijden hen van veel vervelende rovertjes. Op, onder en in de boomstam parasiteren n.l. diverse larven van insecten zoals b.v. boktorlarven. De boom moet dat gelaten ondergaan, maar een bonte specht doet daar wat aan. Geholpen door zijn praktische klimpoten waar hij gemakkelijk mee verticaal tegen een boomstam op kan klimmen en gesteund door zijn stevige staart is hij in staat om veel van die voor de boom schadelijke parasieten te pakken te krijgen en op te smikkelen. Hij heeft een heel lange tong, die opgerold ligt in een holte in de schedel. Op het puntje van die tong zit een verhard, harpoenachtig haakje waarmee hij ook de wat dieper in de boom levende larven aan de haak kan slaan. Maar… Een specht hakt een nestholte in de boomstam die 25 tot 30 centimeter diep en 15 centimeter breed is. Heeft de boom daar niet van te lijden? Nee, die gaat daar niet dood van. Een specht maakt de holte trouwens het liefst in verzwakte rottende bomen. Daar kan hij gemakkelijker in timmeren. In de holte komen 4 tot 7 jongen ter wereld. Het ouderpaar werkt samen aan dit wondergebeuren. Het vrouwtje gedraagt zich dan wel een ietsepietsie te geëmancipeerd, want ze laat het mannetje het meeste werk doen. Op hun speurtocht naar voedsel kraken ze ook wel eens nestkastjes en eten dan de aanwezige eitjes of jonge vogeltjes op. Is dat wreed? Voor de pas geboren vogeltjes en hun ouders natuurlijk wel. Ook veel jonge, pas uitgevlogen spechten worden opgegeten door rovers. Eten en gegeten worden: De wet van de natuur: Leven geven om te laten leven. Zodoende kan een natuurlijk evenwicht behouden blijven.
Dit is een mannetje. Vrouwtjes moeten het doen zonder die mooie rode versiering op hun kopje. Zanglijster![]()
Als ik daar op die tak ging zitten zingen zou ik luidsprekers en geluidsversterkers nodig hebben om voor het eventuele publiek hoorbaar te zijn. Die zanglijster daar, hoog in de boom, kan zonder al die hulpmiddelen zijn prachtige muziekske ten gehore brengen. Er zit veel variatie in zijn melodie, waarvan hij verschillende strofes twee of drie maal herhaalt. Andere lijsters die hem van verre al horen, weten dat ze daar weg moeten blijven, want het is zijn broedgebied. Zijn liedje is niet bedoeld voor mij, maar telkens als ik het hoor ben ik weer blij. Zijn vrouwtje hoort het ook graag. Zelf kan ze zo mooi niet zingen. Als er gevaar is laat ze wel wat alarmkreten horen. In een boom of struik, liefst op een onopvallend plekje, draait het vrouwtje met takjes en sprieten een nest in elkaar. De kom bekleedt ze met modder en ander vochtig materiaal. Ze maakt zich nat en draait met haar lijfje net zo lang tot de nestkom mooi egaal rond is. Resultaat? Een prachtige verblijfplaats voor hun komende kinderschaar. Als de boel wat opgedroogd is begint ze met eieren leggen. Zij bebroedt de 3-6 eieren ongeveer 2 weken lang. Samen met haar mannetje zorgt ze voor de voeding en de bescherming van hun kinderen. Ze hebben 2 en soms zelfs 3 legsels per broedseizoen. Dat is noodzakelijk, want er worden nog al wat jonge lijstertjes opgegeten door andere hongerige dieren. In Frankrijk, Spanje, Italië en Noord-Afrika wordt door sommige mensen op lijsters gejaagd. Daar worden ze ook door mensen opgegeten. Och arm: Veel lijsters trekken in de herfst naar het zuiden omdat het hier te koud voor hen wordt…
Ben maar blij als lijsters jouw tuin bezoeken. Zij eten namelijk graag slakken. Ze voeren er ook aan hun jongen. Zelfs huisjesslakken zijn niet veilig voor hen. Ze pakken zo’n huisjesslak in hun bek en slaan er dan net zolang mee op een steen of een andere harde ondergrond tot het huisje breekt en de slak dus opgesmikkeld kan worden. Maar… de planten in jouw tuin zullen er wel bij varen. Lijsters eten ook andere ongewervelde diertjes en als de vruchten aan bomen en struiken rijp zijn smullen ze daar ook van. In de gewoonte om slakken te eten schuilt voor de lijsters weer een ander gevaar: Sommige mensen gebruiken Slakkendood om slakken te doden. Slakkendood is ook dodelijk voor zanglijsters en hun jongen. Mijn verhaal over lijsters dat met een vrolijk deuntje begon, dreigt nu met een klaagzang te eindigen. Dat hoeft toch niet want: Ondanks alles gaat het nu nog goed met de lijsters in Nederland. Hun aantallen gaan niet achteruit. Bonte vliegenvanger
Bonte vliegenvangers zien we hier alleen maar in lente en zomer. Het zijn zomergasten. Elk jaar maken ze een verre reis. In de winter verblijven zij in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Oeps! 4500 kilometer moeten deze kleine vogels vliegen om hier te komen. Ze zijn zowat een maand onderweg. In de herfst maken ze de lange vliegtocht terug naar Afrika. Merkwaardig is dat de jonge vogels al eerder vertrekken dan hun ouders. Instinctief voelen zij aan waar ze naar toe moeten gaan.
Deze vliegenvanger zit op de uitkijk. Vliegende insecten die langskomen verdwijnen in zijn hongerige maagje. Elk jaar zien we deze mooie vogeltjes hier nog. Zij willen hier voor nakomelingen zorgen. In Nederlandse nestkastjes zijn al heel wat jonge bonte vliegenvangers ter wereld gekomen. Maar dat aantal wordt steeds kleiner: Zij hebben problemen met de klimaatveranderingen. In de lente is het hier vroeger warm als voorheen. Dat heeft tot gevolg dat insecten zich vroeger ontwikkelen. De bonte vliegenvangers komen dan te laat hier aan. Als zij jongen hebben zijn er niet genoeg rupsen en larven meer om hen groot te brengen. De jonge vliegenvangertjes hebben deze voedzame diertjes echt nodig om groter te kunnen groeien.![]()
In de lente van 2008 hebben we hier gelukkig toch nog jonge vliegenvangertjes gezien. Een ouderpaar kwam even langs met hun kleintjes. We hadden eerder bij ons al een mannetje gezien, dat oog had op een nog niet bewoond nestkastje. Andere belangstellenden voor die woning joeg hij weg. Wekenlang heeft hij daar zijn mooie deuntje gezongen. Tevergeefs. Het leek erop alsof er geen vrouwtje in de buurt was. Witte kwikstaart
Als je ergens een kwikstaart ziet rennen en zo nu en dan op ziet springen is deze niet aan het joggen. Die is dan insecten aan het vangen. Geen wonder dat ze bij voorkeur in open landschappen verblijven. Kwikstaarten verdedigen ook als ze niet broeden hun voedselterritorium. Kwikstaarten zijn heel beweeglijke vogels. Ze worden niet voor niets kwikstaarten genoemd. Hun mooie lange staartje gaat voortdurend op en neer. Waarom ze dat doen weten ze alleen zelf maar. Het vrouwtje maakt van gras, takjes en mos een nestje. Bij voorkeur doet ze dat in een holte. Dat kan in een boom zijn of ergens aan een gebouw. Onder dakpannen wordt ook wel eens genesteld. De binnenkant van het kinderverblijf bekleedt ze met zachte haren of veertjes. Haar taak is het ook de 4-6 eieren uit te broeden. Ongeveer 2 weken doet ze daarover. Daarna zorgt papa verder voor de jonge kwikstaartjes. Het vrouwtje begint meteen aan een tweede legsel. Ze zetten er dus vaart achter. Dat is prima zo, want de jongen van het tweede legsel moeten in de herfst al goed kunnen vliegen en sterk genoeg zijn voor een kleine vliegtocht, want witte kwikstaarten zijn trekvogels. Heel ver trekken ze echter nooit weg.
Kwikstaartjes zijn sierlijke slanke vogels op ranke pootjes. Het vrouwtje en het mannetje lijken veel op elkaar. Na het broeden hebben sommige vrouwtjes kromme staartjes. Maar dat komt wel weer een keer goed. Boomklever![]()
![]()
Boomklevers zijn behendige boomklimmers. Als volleerde acrobaten kunnen zij zich in alle richtingen over een boomstam voortbewegen. Zelfs ondersteboven lappen zij dat kunstje. Geen enkele andere vogel doet hen dat na. In de lente gaan ze een geschikte holte zoeken om te nestelen. Het liefst gebruiken ze daar een oud spechtennest voor. Ze maken ook wel eens gebruik van een nestkast. Ze trekken daar niet zo maar in. De gevonden woonruimte wordt door het vrouwtje eerst grondig gerenoveerd. Eerst maakt ze metselspecie van modder, vogeltjespoep of poep van andere dieren, leem, klei en plantaardig materiaal. Dit alles vermengt ze met speeksel. Deze specie is van goede kwaliteit en wordt na droging keihard. In het binnenvertrek rondt ze er de hoeken mee af. Kiertjes en gaatjes in de wanden stopt ze er mee dicht. De vliegopening wordt dusdanig verkleind dat ze er zelf nog net in en uit kunnen. Na ongeveer 2 weken is ze ermee klaar. Ze is wel zo slim geweest om tussen de bedrijven door nestmateriaal in de holte te leggen vooral gedroogde bladeren. Dan is de tijd aangebroken om eieren te leggen. Ze kan daarna uit gaan rusten, want zij bebroedt de eieren. Haar mannetje komt haar dan allerlei lekkere hapjes brengen. Voor boomklevers zijn dat vooral insecten. Als de kleintjes geboren zijn helpt ze weer mee bij het voeren van hun kroost. Met hun scherpe snavel kunnen zij grote insecten in stukjes knippen. Als de jongen uitgevlogen zijn verblijven ze nog een tijd lang hoog in de bomen. Daar zitten ze veiliger dan laag in struiken en op de grond.
In de winter eten zij ook noten en zaden. Ze leggen dan ook een voorraad aan. In hoekjes en gaatjes verstoppen ze de gevonden lekkernijen. Boomkruiper![]()
![]()
Boomkruipers hebben een goede schutkleur. In onze tuin zijn ze toch regelmatig te bewonderen. De boomstammen hier hebben geen geheimen meer voor hen. Voortdurend zoeken ze daar naar voedsel. Met hun dunne gebogen snavel en lange smalle tong bevrijden ze de bomen van veel insecten. Meestal begint hun zoektocht naar voedsel onderaan de stam. Ze gaan systematisch te werk. Ze hippen dan rondom de stam naar boven en zoeken in alle spleetjes en gaatjes naar lekkere hapjes. Tussen de klimop is hun weg niet zo goed te volgen. Maar daarin zie ik ze ook vaak op speurtocht. Hun nestje maken ze ook meestal in een ondiepe holte of spleet in een boomstam of in klimop. Het komt ook voor dat ze nestelen in kieren of gaten in gebouwen. Speciale nestkasten met de opening dichtbij de stam worden ook wel eens gebruikt. Gewoonlijk hebben ze 5-7 jongen te verzorgen. Het ouderpaar werkt samen aan deze mooie taak. Het gaat goed met de boomkruipers in Nederland.![]()
Deze kleine fragiele vogels wegen maar 9 gram. Daardoor heeft winterse kou veel vat op hen. En wat doen deze slimmerikjes dan? Als de avond valt zoeken ze andere boomkruipers op en elkaar verwarmend brengen ze de nacht door. De kou kan hen dan niet deren. Ze vormen samen een donzige bal van veren met soms wel tien of meer staartjes. Winterkoning![]()
Een winterkoninkje is een klein bolletje vogel met een guitig opgewipt staartje. Het is het tweedekleinste vogeltje van Nederland en de grootste lawaaischopper van allemaal. Zijn mooie liedje met felle trillers erin is veelvuldig te horen. De mannetjes hebben het druk in de broedtijd. Al voor hij een vrouwtje heeft maakt hij verschillende nesten in zijn territorium. En dat zijn zomaar geen flutnesten hoor. Het zijn bolvormige bouwsels. De ingang maakt hij opzij, boven het midden. Hij wil er indruk mee maken op de vrouwtjes. Die zijn al onder de indruk van de muziek die hij ten gehore brengt en dan mogen ze ook nog het leukste nest uitzoeken. Nadat ze haar keuze heeft gemaakt moet ze het binnennest nog wel stofferen. Dat doet ze met zacht natuurlijk materiaal, zoals veertjes, pluisjes en haartjes. Ze legt 5-8 eitjes en broedt deze zelf uit. Het is eigenlijk niet verwonderlijk dat er meer vrouwtjes op zijn pittige muziekske afkomen. Als er veel insecten in zijn territorium zitten en er dus genoeg voeding voor de jongen te vinden is, jaagt hij die vrouwtjes niet weg. Ze zijn welkom in zijn koninkrijk. Soms heeft hij zelfs een harempje van drie beminde schonen.
Hij zorgt zelf ook mee voor de voeding van alle kleine prinsjes en prinsesjes die in zijn koninkrijkje geboren worden. Het dappere vadertje heeft het druk, maar doet fluitend zijn werk. Tussen de bedrijven door klinkt zijn deuntje dan nog pittiger als voorheen. Hij zorgt dus voor veel nakomelingen. Maar dat is ook bittere noodzaak, want zijn bijna naamgenoot: koning winter is een geduchte vijand. Als die met al te strenge hand regeert, hebben ze het moeilijk. Winterkoninkjes zoeken ’s nachts wel beschutting bij elkaar en slapen dan in groepsverband, heel dicht bijeen. Maar toch gaan er in strenge winters veel winterkoninkjes dood van de kou. De mannetjes die overleven moeten dus in het volgende voorjaar maar weer meerdere vrouwtjes zien te versieren. En als het effe kan, komt er dat wel weer van. Zij kunnen dat, zij willen dat en ze doen het ook. Goudhaantje![]()
![]()
Tje bij goudhaantje mag er zeker bij, want het is echt een kleintje. Het is zelfs de kleinste broedvogel van Europa. Ze zijn 9cm groot en wegen maar 5 gram. Het geluid dat ze maken klinkt ijl en heel hoog. Alleen goede oren kunnen het horen. Die hebben vrouwelijke goudhaantjes dus. Vogels hebben geen uitwendige oren. Bij hen zit links en rechts, opzij van hun kopje, een met kleine veertjes bedekte opening. Daar vangen zij geluiden mee op. In de broedtijd pronkt het mannetje ook regelmatig met zijn mooi gekleurde lange kuifje. Vrouwtjes hebben ook een kuifje, maar dat is lichter van kleur. Verder zien ze er hetzelfde uit als de mannetjes. Samen maken zij een prachtig nestje aan het uiteinde van een tak. Ze doen dat met mos en korstmos dat bijeengehouden wordt door spinnenrag. Het is een bolvormig nestje met een zij-ingangetje. Het hangt onder aan de tak. Vaak knutselen ze twee van zo’n nesten in elkaar. Het vrouwtje broedt een tiental eitjes uit en begint dan in het andere nest aan een tweede legsel. Papa zorgt ondertussen voor hun piepkleine kindjes.
Goudhaantjes eten spinnen en kleine insecten. Daar zijn ze, vooral in takken van naaldbomen en coniferen, de hele dag door naar op zoek. Aan hun spitse snaveltje kun je zien dat het insecteneters zijn. Zoals alle kleine vogeltjes hebben ze veel te verduren in strenge winters. Velen overleven dat niet. Sommigen van hen trekken in de herfst naar warmere gebieden. Met hun kleine vleugeltjes kunnen zij enorme afstanden afleggen. Petje af voor hen hé? Zing hun liedje maar een keer voor hen: Zo hoog als je kunt: ’ tweedie, tweedie, tweedie, tweedie, (en dan moet je er nog een vrij pittig tiereliertje achteraan fluiten) Vlaamse gaai![]()
![]()
![]()